het is herfst in Nijberkoop

De hele week regent het, af en toe tussen de buien door kunnen we hond uitlaten. De kachel brandt en de grote pan soep staat er op. De wereld wordt weer kleiner. Fijn eigenlijk wel, al heb ik altijd even moeite met de overgang. Nu zit ik daar ook midden in, maar ik bedoel de overgang tussen de zomer maanden van buiten leven naar het binnen leven en de donkerte. Door meer naar binnen te gaan lijkt het wel of ik ook figuurlijk naar binnen ga. In mijn hoofd gebeurt van alles allerlei ideeën, gedachten en opdringende demonen die ik probeer tegen te houden. Een soort constante stroom die mij meevoert soms grillig, soms liefelijk en inspirerend. Wil zoveel maken maar heb maar twee handen en dagen zijn te kort.

Zie zulke mooie mensen en lees prachtige boeken, geraakt was ik door Griet op den Beck in haar optreden bij DWDD. Had het niet gezien maar hoorde het op de radio en de uitspraak die door mijn auto galmde was: 'een gitzwart soort donker wat net dragelijk is" en 'het is tijd om te spreken en te delen'. Tijdens het terug kijken werd ik stiller en luisterde naar haar prachtige zinnen waarin ze het meest gruwelijke beschrijft wat een kind kan overkomen. Maar ook het lijden daarna, het zo ver wegstoppen van wat er is gebeurt dat je het vergeet omdat het teveel pijn doet. Aan haar boek ben ik begonnen maar durf het haast niet te lezen omdat ik niet wil dat het ophoudt. Zij is een taalkunstenaar en meer dan dat. Ik niet, daarom schilder ik.

 Griet op de Beeck n.a.v. de aanslagen in Brussel:
“Laten we graag zien omdat we dat kunnen, en leven – voluit en gretig – omdat wij dat mógen en het daarom dubbel zo goed moeten doen.
Laten we beter leren weten, niet meer morsen met de dagen die al die anderen, daar, zomaar, opeens zijn kwijtgeraakt.
Laten we geen engelen zijn, maar als het kan toch ook geen duivels.
Laten we mensen zijn. En helemaal onszelf worden, niet wie we denken dat anderen wilden dat we waren.
Laten we moed houden, durven wankelen en redden wat er te redden valt. Onszelf bijvoorbeeld, en mekaar.
Laten we stoppen met hopen en doen wat moet gebeuren om het te doen gebeuren, en mild zijn voor wie dat nog niet kan.
Laten we ze openlaten: onze deuren, onze armen, onze geesten.
Laten we pantsers afleggen, en het en de andere tegemoet treden, telkens weer. Laten we slapende honden keihard wakker maken. Blijven geloven in dromen die ook uitkomen. Veel verwachten, genoeg spijt hebben, in zeven sloten tegelijk lopen, alle dingen aankijken, ook dat wat ons verontrust.
En laten we minachting koesteren voor de hopeloosheid, weten wat we waard zijn, onszelf gunnen wat we verdienen, want dat is vaak meer dan we geneigd zijn te denken. En laten we begrijpen wat de liefde is, onthouden dat dat alles is, of toch bijna.
Laten we durven. Ja”.









                                                                    

Reacties

Populaire posts van deze blog

elk afscheid is de geboorte van een nieuwe herinnering

wat een aandacht wordt er verlegen van

het is weer bijna 4 mei